zondag 14 augustus 2011

Wie de inflatie te hard opblaast, moet op de blaren zitten

LinguaLog begeeft zich vandaag op een terrein waar zij geen verstand van heeft, de economie. Maar gelukkig kan zij wel wat zeggen over de etymologie van de termen die we de laatste weken zo vaak in de media lezen en horen.

Economie komt uit het Grieks: oiko-nomia. Het eerste element betekent huis, -nomia betekent besturen, regelen. Het Latijn leende het woord en schreef oiko- als oeco, dat op een gegeven moment als eco uitgesproken werd.
Krediet komt van het Latijnse woord credere, dat geloven, (toe)vertrouwen betekent. De Romeinen leenden al geld uit en noemden dat creditum, dat wat toevertrouwd is – en dus teruggegeven moet worden.
Failliet komt via het Italiaans ook uit het Latijn. Het Latijnse woord fallere betekent bedriegen, breken van beloften. Het Italiaanse voltooid deelwoord fallito maakte nog een omweggetje via Frankrijk en wij hebben het uit die taal geleend.
Bank: de etymologie van dit woord is niet geheel duidelijk; de etymologen spreken elkaar tegen. Misschien is het als volgt gegaan: er bestond een Germaans woord bank, dat heuveltje, verhoging betekende – we zien dat nog in het Engelse bank, rivieroever. Het Germaanse woord is in ItaliĆ« terechtgekomen, waar in de vijftiende eeuw een systeem van geld uitlenen ontstond. Wij gingen dat ook doen en leenden het Germaans/Italiaanse woord terug. Daar zit trouwens de zwakke schakel in de redenering: waarom zouden die ontwikkelde Italianen een woord lenen uit een regio die bij wijze van spreken nog in berenvellen rondliep? Aan de oorsprong van het woord bankroet zit een anekdote vast die jammer genoeg waarschijnlijk ook niet klopt: bankroet komt van banca rotta, gebroken bank. Als een geldwisselaar failliet ging, werd zijn tafel kapotgeslagen: en dat is niet waar volgens het etymologisch woordenboek van De Vries, een autoriteit van de oudere generatie.

Inflatie komt wel uit het Latijn: het woord inflare betekent inblazen, opblazen. Het gaat hier om het vermeerderen van de geldhoeveelheid, waardoor er waardevermindering optreedt. Ons woord blazen is trouwens verwant met het Latijnse woord flare, maar, gelukkig voor de leenwoord-haters, het komt niet uit het Latijn, maar het is een oorspronkelijk Indo-Europees woord. En het woord blaar is gewoon een opgeblazen stukje huid.

Maar daarover meer in een volgende column.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten