LinguaLog is een beetje trots. Vorige week schreef ik een stukje over de marathon en meldde dat op Twitter. Wat schetst mijn verbazing: ik heb er zomaar een volger bij, een organisatie die in Wales een marathon organiseert.
Daarom deze week een blog over Wales en Welsh.
Wales is een van de oorspronkelijke vorstendommen van Groot-Brittannië. Tegenwoordig wordt er in Wales voornamelijk Engels gesproken, maar de oorspronkelijke taal, het Welsh, wordt de laatste decennia door ruim 600.000 mensen actief gebruikt. De tweetaligheid is bij wet vastgelegd. Het Welsh is een Keltische taal.
In de vierde eeuw voor Christus verspreidden de Kelten zich vanuit hun woonplaatsen in Midden-Europa naar onder meer Italië en het westen, Engeland en Ierland. De Kelten kwamen op het vasteland in contact met de Germanen. Er ontstond druk onderling taalverkeer: leenwoorden gingen over en weer.
Zo komt ons woord rijk (staat én vermogend) uit het Keltisch: Frankrijk, Oostenrijk. Uit Frans Gallië kennen we namen als Vercingetorix en Asterix. Ook zien we het terug in de eigennamen Hendrik en Frederik. Het Latijnse woord rex, koning, is verwant aan het Keltische woord.
De Kelten werden op hun beurt ook weer verdreven. Alleen in Frankrijk bleven ze wonen, en hen heeft Caesar rond 50 voor Christus ingelijfd in het Romeinse rijk. De eiland-Kelten in Engeland en Ierland ontwikkelden eigen talen, zoals het Welsh in Wales, Gaelic in Schotland en Ierland en het Cornish in Cornwall. Dat is nu uitgestorven. In Frankrijk wordt heden ten dage nog Bretons gesproken in delen van Bretagne.
Welsh heeft op het eerste gezicht een beetje vreemd woordbeeld. Je kunt onderweg in Wales plaatsjes als Cwm en Llanrwst tegenkomen en het woord voor deur is drws. De oplossing is heel eenvoudig: de w staat voor de klank oe. Voor de uitspraak van de beginletters in Llanrwst moet je een native speaker aanklampen, en als je Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch (de plaatsnaam met de op twee na langste naam ter wereld) correct kunt uitspreken, krijg je waarschijnlijk spontaan een ridderorde.
En hoe zit het nu met die pinguïns uit de titel?
Het woord pinguïn is gevormd uit pen (kop) + gwyn (wit). Oorspronkelijk was het de naam van de in 1844 uitgestorven reuzenalk, de noordelijke tegenhanger van de pinguïn. Die had een opvallende witte vlek op zijn kop. De reuzenalk is trouwens niet verwant met de pinguïn van de Zuidpool.
Hwyl fawr, tot ziens!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten