zondag 26 augustus 2012

RIJKS       MUSEUM

Het Rijks museum gaat binnenkort na een lange verbouwings periode weer open. De museum directie heeft een design bureau in de arm genomen om een nieuw bedrijfs logo te ontwerpen. Lingua Log gaat niet over het esthetica aspect van het ontwerp, maar haar viel onmiddellijk iets op; als u de blog titel en deze eerste alinea goed gelezen hebt, zult u begrijpen wat zij bedoelt.
LinguaLog voelt zich geschoffeerd: alsof zij een woord van tien letters – elf toetsaanslagen, dat weer wel – niet meer in één keer kan overzien! Rijksmuseum: een woord van niks qua lengte, een woord ook dat niet één buitenlander fatsoenlijk kan uitspreken, maar dat heeft niet te maken met de lengte ervan. Het is dus voor ons, Nederlanders gedaan. Nederlanders kunnen langere woorden immers niet meer overzien, dat is zo móéilijk… Nu is een woord van tien letters ook al lang. En dat voor een van de iconen van onze cultuur. En, misschien heel Nederlands, nu gaan de belastingcenten van LinguaLog naar een spelfout! Het moet toch niet gekker worden. Doen wij ons best om correct te spellen, LinguaLog streepte al die jaren in het onderwijs alle foute t's en dt's aan: alle werk voor niets geweest.
De directie van het Rijksmuseum lijdt waarschijnlijk aan hippopotomonstrosesquipedaliofobie.
Huh?
Kort gezegd: zij lijdt aan angst voor lange woorden. Ja, ja, voor alles bestaat tegenwoordig een fobie, anders tel je niet mee. Het woord bestaat uit vier stukken, waarvan alleen het laatste element u bekend zal zijn. Het derde stuk is sesquipedalis (vaak fout gespeld als sesquippedalis): dat is Latijn en betekent anderhalve voet lang. In de oudheid had het al de figuurlijke betekenis ellenlang. De eerste twee delen zijn afgeleid van hippopotamus en monstrum, nijlpaard en monster, gedrocht. Dat heeft natuurlijk niets met langewoordenfobie te maken, maar ze maken het woord nog langer en gedrochtelijker.
Wie dit woord verzonnen heeft, is LinguaLog niet bekend. Zij vond het op internetpagina's uit 2006 en de Engelse versie (nog een letter langer vanwege de –phobia) wordt al geciteerd in 2002.
Gelukkig weten we nu hoe het komt en kan de directie van het museum behandeld worden. Welke taalkundigen bieden zich aan?

zondag 19 augustus 2012

Zee of meer?

LinguaLog is deze zomer met vakantie naar de Oostzee geweest, en omdat het dit weekend zo warm is, deze keer ter verkoeling een blog over water; alleen, u moet de temperatuur er zelf bij denken!
LinguaLog had, net als u waarschijnlijk, vroeger op school geleerd dat het Duitse woord See meer betekent, en Meer zee: het was Bodensee en Mittelmeer.
Toen stond LinguaLog aan de Oostzee, en die bleek in het Duits voornamelijk als Ostsee aangeduid te worden. En onze Noordzee heet ook Nordsee. LinguaLog zocht naar een verklaring: de Oostzee is bijna een binnenzee, je kunt er alleen komen via smalle doorgangen tussen de Deense eilanden. Tussen haakjes, het zoutgehalte is ook veel lager dan onze Noordzee en er is weinig getijdewerking. Maar de Middellandse Zee is toch ook een binnenzee, en die heet in het Duits Mittelmeer.
Bovendien: voor Duitsland is de Oostzee voornamelijk Noordzee en de echte Noordzee is voor de Duitsers de Westzee.

De verklaring vond LinguaLog in een oud synoniemenwoordenboek op internet: er waren ooit volksstammen die beide woorden, See en Meer, hadden, en de wateren die ze via het Latijn leerden kennen, noemden ze Meer; anderzijds waren er volksstammen die alleen het woord See hadden, en die noemden álle zoute wateren See. Meer is verwant met het Latijnse woord mare, zee. Sommige wateren hebben een dubbele benaming: de Noordzee heet ook das deutsche Meer en de Oostzee das baltische Meer. De zeeën die men nog niet kende, werden na de ontdekkingsreizen van Thomas Cook onder invloed van het Engels See genoemd: Südsee. Ook allerlei samenstellingen met zee heten See-: Seewind, Seereise, Seeraüber.
De Kaspische Zee en de Dode Zee heten daarentegen das kaspische Meer, das tote Meer, ongetwijfeld dankzij de ontlening aan het Latijn.
Ten slotte het Engels en Frans. Meer heet in het Engels lake. Het is verleidelijk om te denken dat lakeafgeleid is van het Latijnse lacus, omdat het Engels vol Romaanse leenwoorden zit. Verband is er natuurlijk wel, maar het gaat hier om een Indo-Europees woord. Deze stam vinden we ook in het Duits en het Nederlands: die Lache en laak. Lache betekent tegenwoordig plas of poel, net als het Nederlandse laak, dat nog wel in Van Dale staat, maar verder zo goed als vergeten is. Het komt alleen nog in namen voor. Het Franse lac is wel aan het Latijn ontleend, hoewel we er waarschijnlijk nooit achter zullen komen wat de Gallische volksstammen ten tijde van de verovering door Caesar zeiden.

zondag 12 augustus 2012

Voor het echie?

Wanneer beginnen de Olympische Spelen nu eindelijk eens? U denkt natuurlijk: LinguaLog houdt niet zo van sport en het is haar ontgaan dat de Spelen allang begonnen zijn en zelfs al bijna afgelopen zijn. Zoals er mensen zijn die jarenlang in de jungle van Vietnam bleven leven, in de veronderstelling dat de oorlog nog niet afgelopen was.
Zo erg is het met LinguaLog niet gesteld. Natuurlijk heeft zij de prestatie van onze Epke gezien, weliswaar in het journaal, maar dat telt ook, vindt zij.
Wat wil het geval: wij hebben met z'n allen naar de oefening van Epke Zonderland zitten kijken. Turnen moet wel een bijzondere sport zijn, als je alleen al bij het oefenen een medaille kunt krijgen. Vandaar de vraag: wanneer begint de echte wedstrijd nou? Usain Bolt heeft toch ook vóór de Spelen geoefend en tijdens de Spelen zijn wedstrijden gelopen? En wat heeft Epke Zonderland voor de Spelen gedaan? Was dat dan geen oefenen?

In interviews had je hem kunnen horen zeggen dat hij hard getraind had. Maar trainen is gewoon een leenwoord uit het Engels en betekent oefenen.
Andere talen spreken in dit verband trouwens ook van oefening: exercise (Frans en Engels), Übung (Duits). De oorsprong van deze betekenis van oefenen heeft LinguaLog nog niet kunnen achterhalen. Etymologische woordenboeken spreken er niet van. Het woord oefenen is in het Indo-Europees verwant met het Latijnse opus, dat werk betekent. Als je oefenen zo opvat, valt het nog wel te verdedigen: veel topsporters zijn tijdens wedstrijden immers niet aan het oefenen, maar aan het werk, want ze krijgen er dik voor betaald.
Ziezo, probleem ook alweer opgelost…
Nu alleen de marathon nog, waar LinguaLog vorig jaar al eens over heeft geschreven, en vanavond de slotceremonie. Ceremonie houdt trouwens ook verband met het Latijn: het is afgeleid van de stad Caere in Italië, waar Etruskische priesters riten voltrokken.

zondag 5 augustus 2012

Kluts

LinguaLog is met vakantie in Polen geweest en is een beetje de kluts kwijt. Nee, maakt u zich niet ongerust, zij zit heel vrolijk achter de computer te typen, maar soms zijn de dingen een beetje anders dan zij dacht.
Dat zit zo:
In het oude raadhuis van Gdańsk kwam zij een Pools-Nederlandse mevrouw tegen, die vertelde dat ze gehoord had dat de oorsprong van de uitdrukking de kluts kwijt zijn in het Pools ligt. Het Pools kent het woord klucz (uitspraak: kloetsj), dat sleutel betekent. En als je je sleutel kwijt bent, weet je je geen raad. LinguaLog beloofde haar het thuis eens uit te zoeken, en misschien leest zij dit stukje nu ook.
Het zou wel heel leuk zijn, want Poolse leenwoorden zijn er in het Nederlands niet zo veel. Veel verder dan polka en hetman (aanvoerder van de kozakken) komt LinguaLog niet, en hetman is op zijn beurt afgeleid van het Duitse Hauptmann. Trouwens, wie kent dat woord eigenlijk?
Jammer, mevrouw, maar kluts is toch echt een Germaans woord. Over de herkomst van de uitdrukking de kluts kwijt zijn zijn de etymologen het niet helemaal eens. Het verband met klutsen, kloppen van een vloeistof tot een wat dikkere substantie, wordt veelal als verklaring aangevoerd. Je moet eieren of room met een regelmatige slag kloppen, en als je dat niet doet, ben je de kluts kwijt en krijg je geen egaal geheel.
F.A. Stoett, die rond 1900 het tweedelige werk Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden heeft geschreven, geeft een iets andere verklaring. De uitdrukking stamt niet uit de keuken, maar uit de papierindustrie, in de tijd dat de papiervloeistof nog met de hand geroerd werd.
Nog een andere verklaring komt uit het Leenwoordenboek van Nicoline van der Sijs: de kluts kwijt zijn is ontleend aan het Engelse clutch, een hendel die een apparaat in of buiten werking stelt.
De uitdrukking komt ook voor in het Zuid-Afrikaans: die kluts kwytraak. Het Afrikaans is vrij vroeg ontstaan, zo rond 1600, en daarna is de taal zijn eigen weg gegaan. Natuurlijk zou, via de Hanzecontacten, het woord klucz vóór die tijd in het Nederlands terechtgekomen kunnen zijn, maar waarschijnlijk is dat niet.
Na al deze omzwervingen heeft LinguaLog de sleutel van de oorsprong van de uitdrukking dus gevonden, en is daarmee haar kluts weer terecht!