zondag 25 november 2012

LinguaLog leegt uw etymologische nood

LinguaLog kwam deze week in de krant de volgende zin tegen:
"Meer sociale huurwoningen verkopen, kan op korte termijn de nood ledigen."
In deze zin staan twee fouten: de komma na verkopen is niet terecht. LinguaLog had hierover vorig jaar al eens geschreven: het idee dat de lezers zinnen van meer dan tien woorden niet meer kunnen overzien. U merkt: LinguaLog is hier nog steeds boos over.
De tweede fout is eigenlijk veel interessanter. De nood ledigen, hoe doe je dat? Je hebt een glaasje nood, dat drink je leeg en dan is je nood weg – zonder naar de wc te gaan, want dat moet je als je veel drinkt. In de Bijbel, het Johannesevangelie, moet Christus de lijdensbeker leegdrinken. Speelt onze geschiedenis als Bijbelvast volkje misschien hier nog mee?
U weet vast wel dat de uitdrukking luidt: de nood lenigen. Lenigen betekent zacht maken. Het is afgeleid van lenig: soepel, buigzaam. Het komt in alle Germaanse talen voor. Lenig is een heel gewoon woord, maar lenigen komt eigenlijk alleen voor in verband met nood, en is bezig vergeten te raken. En wat gebeurt er dan: als je niet meer weet wat een woord eigenlijk betekent, breng je het in verband met een woord dat je wel kent en een passende betekenis heeft. En ledigen past dan wonderwel: als iets leeg is, is het ten einde.
Dit verschijnsel heet volksetymologie. Etymologie is de wetenschap die de herkomst van woorden bestudeert. De gewone mensen, het volk, zoeken ook naar de betekenis van wat ze zeggen: vandaar de term. Er zijn meer woorden die zo ontstaan zijn: hangmat, witbier, scheurbuik.
Hangmat komt van het Spaanse hamaca. Een hamaca wordt veel gebruikt in Latijns-Amerika, en wij maakten daarmee kennis in onze koloniale periode. Eerst noemden wij het hangmak, later werd het verbasterd tot hangmat.
Witbier is een verbastering van het Duitse Weizenbier. De Duitsers noemen het ook wel Weissbier, naar de lichte kleur ervan. Weizen betekent gewoon tarwe, maar dat wisten de meeste mensen niet.
Scheurbuik is al heel oud. We hebben allemaal op school geleerd dat de Kaapvaarders op hun lange zeereizen een tekort aan vitamine C kregen en ziek werden, en dat zuurkool dat probleem bleek te kunnen oplossen. De oorsprong van het woord is het Latijnse scorbutus, op zijn beurt afgeleid van het Noorse skyrbjugr (skyr, zure melk en bjugr, gezwel). Van openscheuren van je buik is geen sprake, maar je kunt er wel bloedend tandvlees en etterende wonden van krijgen. In de verhalen over de kaapvaart konden dit soort woorden gemakkelijk ontstaan.
LinguaLog denkt dat de nood ledigen ook deze weg zal gaan. Net als trouwens het woord bedoening, dat je regelmatig tegenkomt in de vorm bedoeling: het is daar een gezellige bedoeling.
De tijd zal het leren.

zondag 18 november 2012

Doe eens modern!

Het is crisis en we moeten bezuinigen. De regering wil de ontslagregelingen en de bejaardenzorg verslechteren, kortom, we moeten veel meer doen met veel minder geld. In Spanje heeft een vrouw zelfmoord gepleegd omdat ze de hypotheek niet meer kon betalen; de oude mensen in Nederland moeten hun laatste jaren in armoede slijten.
Daar kijkt u van op, nietwaar? U had niet gedacht dat het zo erg zou worden. Had u het dan zo verkeerd gezien? Welnee, het zit zo. De zinnen die LinguaLog hierboven opgeschreven heeft, zult u nooit ofte nimmer uit de mond van onze politici horen, omdat wij dan meteen woedend reageren en weglopen naar andere partijen die beloven dat ze allerlei regelingen juist zullen verbeteren.
Dus zullen ze zeggen dat die Spaanse vrouw haar geldzorgen op een budgettaire manier heeft opgelost, en dat de ouderen zich als degelijke mensen van de oude stempel moeten gedragen.

Onze taal zit vol met eufemismen, we gebruiken allemaal graag verzachtende uitdrukkingen voor onaangename zaken. "Wees voorzichtig, pas op dat je niets overkomt", zeggen we tegen onze kinderen als ze 's morgens naar school fietsen. Vroeger heette een interieurverzorgster gewoon een werkster, en als je niet kon lopen, was je invalide. LinguaLog schreef daarover al eens een column. Invalide is waarschijnlijk zelf ook een eufemisme: een woord uit het Latijn, een taal die veel mensen niet kennen: het betekent krachteloos. Een vrij oud Nederlands woord is gebrekkig. Dat is ook al eufemistisch, want je kunt aan van alles gebrek hebben. Kreupel of mank (uit 1284/85) lijken het oudst.
Terug naar onze politici. Al jaren horen we dat we moeten bezuinigen. Dat is waarschijnlijk begonnen in de crisis van de dertiger jaren tijdens Colijn, en het woord keerde terug na de oliecrisis van 1973. Op een gegeven moment moest er zo veel bezuinigd worden dat er een nieuw woord bedacht werd, ombuigen. Verhullend, want het zou evengoed meer uitgeven kunnen betekenen. Inmiddels is ombuigen zo gewoon geworden dat iedereen wel weet dat het bezuinigen betekent, en dus wordt het tijd voor iets nieuws. De oplossing die men daarvoor gevonden heeft, is het woord moderniseren: 'Het ontslagrecht moet gemoderniseerd worden', lezen we de laatste tijd. Dat geldt ook voor de kinderopvang, het onderwijs, ontwikkelingssamenwerking. LinguaLog heeft, zoals intimi weten, jarenlang voor de klas gestaan, en zij is zeer voor modernisering van het onderwijs: kleinere klassen, minder wekelijkse lesuren en een hoger salaris voor de docenten. In Finland hebben ze deze arbeidsomstandigheden ook, en daar is het onderwijs van hoge kwaliteit, dus het wordt tijd dat Nederland met zijn tijd meegaat en Finland gaat volgen.
Of zou moderniseren toch ietsje anders bedoeld zijn…
LinguaLog houdt het voor u in de gaten en blijft lekker ouderwets: als u teksten met zinnen van meer dan tien woorden en met af en toe wat Latijn erdoor wilt lezen, kunt u hier terecht, hoewel een experiment met een blog met korte zinnen ook wel aardig zou zijn. Misschien komt dat nog eens.

zondag 11 november 2012

Barack met een bijbelse oorsprong?

De presidentsverkiezingen zijn achter de rug, en de Amerikanen hebben gekozen voor "four more years". Anderen houden zich bezig met politiek, LinguaLog is er voor de taal, en zij vroeg zich af wat de oorsprong van de naam Barack Obama is.
De vader van Obama was een Keniaan, en inderdaad, Obama is een Keniaanse familienaam, meer precies van de Luo-stam. De naam is afgeleid van een werkwoord uit de Luo-taal dat gedraaid zijn betekent. Vooral Luo's die bekeerd waren tot de islam droegen die naam. Naar de islam verwijst ook Obama's tweede voornaam, Hussein.
En Barack, hoe Afrikaans is die naam? Welnu, maar een klein beetje. De oorsprong is Arabisch/ Hebreeuws, aangepast aan het taalsysteem van de Luo-taal. In het Hebreeuws luidt de naam Baruch, de gezegende; die naam is ook bij ons bekend. Arabisch en Hebreeuws zijn verwante talen, en Barack zal wel van de Arabische versie afgeleid zijn. De -ck is Engels, en is misschien toegevoegd door de Amerikaanse moeder van Obama.
Obama's tegenstrever was Mitt Romney. Waar komt die voornaam vandaan? Romney heet officieel Willard Mitt. Oorspronkelijk zijn deze twee namen achternamen. Willard is afgeleid van het Oudengelse Wilheard, wat hij die dapper wil zijn betekent. Mitt is een afleiding van Milton. Er zijn twee verklaringen van de naam: mill-town en middle-town. Maar hoe dan ook, het is geen voornaam in de klassieke zin.

In de Verenigde Staten is het heel gewoon om een kind een voornaam te geven die eigenlijk een achternaam is. Meestal verwijzen die namen naar de plaats waar de familie oorspronkelijk vandaan kwam. Graham, Newt (Newton), Percy, Brooke, Whitney.
Een dergelijke naamgeving vinden we ook sporadisch bij ons. De bekendste naam is Tesselschade, vaak verkort tot Tessel, inderdaad afgeleid van het eiland Texel.
Misschien zijn er nog meer van dit soort namen bij ons, maar LinguaLog kent ze niet. LinguaLog wacht op mogelijke reacties van u.

zondag 4 november 2012

Van grote rivier tot rood eiland

Aanstaande dinsdag zijn de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten. Tijd voor een etymologische reis door het land.
Deze laatste dagen richten de presidentskandidaten zich vooral op Ohio, want voor beiden is het van het grootste belang deze staat te winnen. Ohio is ontleend aan een van de vele inheemse indianentalen. Het woord ohi-yo betekent grote rivier. De hoofdstad van Ohio is Columbus, natuurlijk genoemd naar de ontdekker van het continent.
Het continent zelf, Amerika, is trouwens genoemd naar een andere ontdekkingsreiziger en tijdgenoot van Columbus, Amerigo Vespucci.
LinguaLog scrolde op Google Maps door Ohio op zoek naar de grote rivier(en) waar de staat naar genoemd is; het is leuk om de grote variëteit aan plaatsnamen te zien: je komt allerlei namen tegen die ook in Europa voorkomen: Toledo, Cambridge, London; maar ook Napoleon en Cicero komen voorbij. En de plaatsnaam Delphi zal wel niet gekozen zijn omdat de Indianen ook een orakel hadden…
Cincinnati is een grote stad in Ohio, gesticht in 1788. De naam komt, indirect, uit de oudheid, en is ontleend aan de Society of the Cincinnati, een vereniging van oud-officieren uit de Onafhankelijkheidsoorlog. Na afloop van de oorlog waren ze teruggekeerd in hun burgerberoep. Cincinnatus was een Romeins veldheer die in 458 v. Chr. dictator geweest was. In tijden van nood kon in het oude Rome iemand voor een half jaar tot dictator benoemd worden, waarna de normale situatie van twee consuls aan de top weer hersteld werd. Cincinnatus was meteen na afloop van zijn dictatorschap teruggegaan naar zijn boerenbedrijf, en gold als voorbeeld voor de oude deugden van het antieke Rome.
Veel namen van staten zijn afgeleid van namen en woorden uit de talen van de oorspronkelijke bewoners. LinguaLog kent die talen niet en kan daar dus niet echt iets over vertellen. Je moet denken aan namen als Oklahoma, Wyoming, Illinois. Bijna evenveel staten ontlenen hun naam aan Europese talen: Florida, Colorado, Montana. Europese vorsten waren ook populair: Louisiana is genoemd naar de Franse Louis XIV, en Maryland naar Henrietta Maria, vrouw van Charles I van Engeland; Vermont is gevormd naar vert + mont, groene berg; California komt uit een Spaanse 16e-eeuwse roman en was de naam van een mythisch eiland waar de amazonen woonden.
Eén staat heeft een Nederlandse oorsprong: Rhode Island. Het komt van roodt eylandt, naar een klein eilandje vlak voor de kust, waar Nederlandse kolonisten zich gevestigd hadden. Anderen zeggen dat het, vanwege de overeenkomst in vorm, afgeleid is van het Griekse eiland Rhodos, maar LinguaLog gelooft daar niets van.
Er mag dan heel veel van het moderne idioom uit de oudheid komen, maar ook weer niet alles! Over woorden die echt uit de klassieke oudheid komen, gaat een volgende column wel weer eens.