zondag 24 april 2011

Meubelboulevard

Dit weekeinde is het Pasen, de dag waarop de gelovigen de opstanding van Christus vieren.
Pasen knoopt wellicht aan bij de heidense lentefeesten, net als dat het geval is met Kerstmis.
Het aantal gelovigen is de laatste jaren drastisch teruggelopen en veel mensen weten niet eens meer waarom we met Pasen vrij zijn. Maar een lang weekend is nooit weg en zodoende gebruiken we Pasen voor een andere niet-religieuze bezigheid die ook prima past bij de lente, namelijk het kopen van nieuwe meubels.
De meeste grotere steden hebben tegenwoordig een woonboulevard, een meubelplein, of hoe ze de verzameling meubelzaken ook noemen.

De oorsprong van het woord boulevard is heel interessant.
Het bestaat in het Nederlands sinds ongeveer 1816 en we kennen het allemaal als de weg tussen de stad en de zee.
Boulevard is een leenwoord uit het Frans en het geeft een brede weg op een voormalige vestingwal aan, en later een brede weg in het algemeen.
Wat de meeste mensen niet weten is dat boulevard oorspronkelijk een leenwoord uit het Middelnederlands is. De oorsprong is het woord bolwerc.
Het verschijnsel dat we hier zien heet teruglening: het Nederlands leverde eerst een woord aan een andere taal, dat woord onderging in de meeste gevallen een betekenisverschuiving en vervolgens leende het Nederlands het weer terug.
Een ander voorbeeld is het woord mannequin: het Nederlandse mannekijn (mannetje) werd door het Frans geleend en wij leenden het terug.
Er zijn nog meer voorbeelden van teruglening:
mattenoot (iemand met wie je je matte, slaapplaats, deelde) > Frans matelot > Nederlands matroos
drooch (droog) > Frans droguiste > Nederlands drogist
stapel (stapelplaats) > Frans étape > Nederlands etappe

Nog een stap meer vinden we hier:
Picardisch (Noord-Frans) cambrette (kamertje) > Nederlands cabret (kroeg) > Frans cabaret > Nederlands cabaret.

Teruggeleende woorden vinden we vooral tussen Frans en Nederlands, maar ze zijn er ook tussen Nederlands en Maleis. Het zal wel aan LinguaLog liggen, maar bijna alle gevonden woorden zijn in het Nederlands verouderd of worden niet meer gebruikt.
Wie ze wil weten, kan ze opzoeken in het Leenwoordenboek van Nicoline van der Sijs.

zondag 17 april 2011

Pinguïns uit Wales

LinguaLog is een beetje trots. Vorige week schreef ik een stukje over de marathon en meldde dat op Twitter. Wat schetst mijn verbazing: ik heb er zomaar een volger bij, een organisatie die in Wales een marathon organiseert.
Daarom deze week een blog over Wales en Welsh.

Wales is een van de oorspronkelijke vorstendommen van Groot-Brittannië. Tegenwoordig wordt er in Wales voornamelijk Engels gesproken, maar de oorspronkelijke taal, het Welsh, wordt de laatste decennia door ruim 600.000 mensen actief gebruikt. De tweetaligheid is bij wet vastgelegd. Het Welsh is een Keltische taal.
In de vierde eeuw voor Christus verspreidden de Kelten zich vanuit hun woonplaatsen in Midden-Europa naar onder meer Italië en het westen, Engeland en Ierland. De Kelten kwamen op het vasteland in contact met de Germanen. Er ontstond druk onderling taalverkeer: leenwoorden gingen over en weer.
Zo komt ons woord rijk (staat én vermogend) uit het Keltisch: Frankrijk, Oostenrijk. Uit Frans Gallië kennen we namen als Vercingetorix en Asterix. Ook zien we het terug in de eigennamen Hendrik en Frederik. Het Latijnse woord rex, koning, is verwant aan het Keltische woord.
De Kelten werden op hun beurt ook weer verdreven. Alleen in Frankrijk bleven ze wonen, en hen heeft Caesar rond 50 voor Christus ingelijfd in het Romeinse rijk. De eiland-Kelten in Engeland en Ierland ontwikkelden eigen talen, zoals het Welsh in Wales, Gaelic in Schotland en Ierland en het Cornish in Cornwall. Dat is nu uitgestorven. In Frankrijk wordt heden ten dage nog Bretons gesproken in delen van Bretagne.

Welsh heeft op het eerste gezicht een beetje vreemd woordbeeld. Je kunt onderweg in Wales plaatsjes als Cwm en Llanrwst tegenkomen en het woord voor deur is drws. De oplossing is heel eenvoudig: de w staat voor de klank oe. Voor de uitspraak van de beginletters in Llanrwst moet je een native speaker aanklampen, en als je Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch (de plaatsnaam met de op twee na langste naam ter wereld) correct kunt uitspreken, krijg je waarschijnlijk spontaan een ridderorde.

En hoe zit het nu met die pinguïns uit de titel?
Het woord pinguïn is gevormd uit pen (kop) + gwyn (wit). Oorspronkelijk was het de naam van de in 1844 uitgestorven reuzenalk, de noordelijke tegenhanger van de pinguïn. Die had een opvallende witte vlek op zijn kop. De reuzenalk is trouwens niet verwant met de pinguïn van de Zuidpool.

Hwyl fawr, tot ziens!

zondag 10 april 2011

Marathon

Dit weekeinde wordt de marathon van Rotterdam gelopen. LinguaLog begrijpt dat het de belangrijkste marathon van ons land is (na die in Eindhoven natuurlijk!)
Waar komt het woord marathon vandaan?

Daarvoor gaan we terug naar het Griekenland van 490 voor Christus. De Grieken zijn in oorlog met de Perzen, die Athene willen straffen voor haar hulp aan een opstand van de Griekse steden in Klein-Azië tegen het Perzische bewind. Bij het dorpje Marathon, ruim 40 km van Athene, vond de beslissende veldslag plaats. De Perzen werden vernietigend verslagen. Bij gebrek aan communicatiemiddelen rende de soldaat Phidippides naar de stad terug om de overwinning te melden. Hij kon nog net uitbrengen: "We hebben gewonnen", toen stortte hij dood neer. 

Waarschijnlijk was hij door de hitte bevangen. Op grond van gegevens bij de Griekse schrijver Herodotus en de maanstanden op dat moment – Herodotus schrijft daarover in verband met hulp van Sparta – moeten we concluderen dat de slag plaatsgevonden heeft in augustus, waarin temperaturen ver boven de 30 graden heel normaal zijn.

Tijdens de Olympische spelen in de oudheid bestond de marathon als loopafstand helemaal niet. Men liep niet meer dan 400 meter (tweemaal het stadion op en neer). De marathon werd pas ingevoerd bij de moderne Olympische spelen van 1896 in Athene. Maar eigenlijk wist niemand precies hoe groot de afstand was die Phidippides had moeten lopen.

Hoe komen ze nu aan die merkwaardige afstand, 42 kilometer en 195 meter?
In 1908 werden de Spelen in Londen gehouden. De afstand werd toen met één mijl verlengd tot 26 mijl, omdat op die manier de finish precies vóór het koninklijk paleis zou plaatsvinden. Nog eens 12 jaar later is deze afstand officieel vastgelegd.

zondag 3 april 2011

School

Een kort blog deze week, want LinguaLog heeft deze week niet zo veel vrije tijd: er is veel werk voor school te doen.
Waar komt het woord school eigenlijk vandaan?
Veel mensen weten wel dat het uit het Grieks komt, maar niet iedereen kent de betekenis van het woord in de oudheid.
School betekende toen vrije tijd! Huh, zie ik u denken, hoe kan dat nou?
De verklaring is eigenlijk heel simpel: wie hadden er in de oudheid vrije tijd? Ja, juist, de rijken. En om toch iets omhanden te hebben gingen ze leren. 

Het Franse woord voor school is école en het Spaanse escuela. Hoe komen die talen aan hun begin-e?
De Romeinen hebben het woord schola, in zijn nieuwe betekenis, uit het Grieks overgenomen. In het Oudfrans en Spaans werd bij Latijnse woorden die met sc-, sp- en st- begonnen, meestal een e- toegevoegd. Die e- staat er nog steeds. In het Italiaans trouwens niet: scuola.