Minister Ronald Plasterk kent zijn klassieken en dat doet LinguaLog deugd! Deze week stond er een interview met de minister in de Volkskrant. Op een bepaalde vraag wilde hij geen antwoord geven, en dat formuleerde hij als volgt: “Dat houd ik nog even binnen de haag mijner tanden.”
Afgezien van het mooie gebruik van de oude tweede naamval mijner – waar hoor je dat nog tegenwoordig? – valt natuurlijk haag van de tanden op.
Waar komt de term haag van de tanden vandaan? Zoals zo vaak wordt hier leentjebuur gespeeld bij Homerus, schrijver van de Ilias en de Odyssee. In die teksten komt nogal wat dialoog voor, helden reageren op elkaar, en ze doen dat vaak met de zin: “(Zoon van Atreus,) wat voor woord ontsnapte aan de haag van je tanden!” Meestal is de spreker dan boos of verbaasd: wij zouden nu zeggen: “Wat zeg je me daar nou!”
Behalve woorden ontsnapte trouwens ook de ziel bij de dood aan de haag van de tanden.
Bij Homerus komt het woord herkos, omheining, zowel in letterlijke als in figuurlijk zin voor. Ook een huis had een herkos. De herkomst van het woord is trouwens onzeker.
De Romeinen zagen het overdrachtelijke gebruik van omheining ook al, het is via hen doorgegeven in de literatuur en ten slotte een gevleugeld woord geworden.
Woorden moesten natuurlijk vleugeltjes hebben om uit de mond te kunnen ontsnappen, want anders zouden ze vanwege de zwaartekracht direct op de grond vallen, en dat zou sneu zijn als je iets heel belangrijks had gezegd.
De uitdrukking gevleugelde woorden (meervoud) komt ook van Homerus, maar bij hem heeft het nog niet de betekenis treffende uitspraak. Daarvoor gebruikt hij het veel te vaak.
Vóór Homerus werden verhalen mondeling overgeleverd – Griekenland kreeg pas rond 800 v.Chr. (weer) een schrift. De zangers hadden een fabelachtig geheugen, dankzij de vele oefening. Toch konden zij wel wat geheugensteuntjes gebruiken in de vorm van vaste (gedeelten van) zinnen. Tijdens zo’n zin kun je nadenken over de volgende zin. Zo komt de zon altijd op dezelfde manier op, en gesproken woord wordt ook met een vaste formule ingeleid: En tot hem/haar sprak … de gevleugelde woorden. Gevleugeld wordt daarmee, vanwege het overdadige gebruik, een inhoudsloos woord.
Zo gevleugeld is de uitdrukking gevleugelde woorden dus helemaal niet.
De haag der tanden is dat wel geworden, al denkt LinguaLog dat het bij velen inmiddels uit het geheugen ontsnapt is, via welke weg dan ook. Misschien kunnen woorden ook wel weer terugvliegen…