Deze week was het weer spannend: wie krijgen de Nobelprijzen? De meeste commotie heerst altijd rond de toekenning van de vredesprijs. Deze prijs wordt altijd toegekend door een Noors comité, in tegenstelling tot de andere prijzen, waarover in het vaderland van Alfred Nobel, Zweden, beslist wordt.
In de krant was het volgende te lezen: De vijf leden (van het Nobelprijs-comité) worden aangewezen door het parlement van Noorwegen, het Storting.
Toen was het tijd voor LinguaLog. Het Storting, dat klonk toch een beetje raar, vond zij. Waarom niet de Storting? Om te beginnen: dat mag ook, althans volgens het Witte Boekje. Maar waar komt het dan vandaan? Ja, het is het parlement, anderzijds: wij zeggen de Tweede Kamer. Wij zouden het toch raar vinden als Duitsers het Tweede Kamer zouden zeggen, omdat hun woord Parlament ook onzijdig is.
In het Noors is Storting onzijdig: wie het woord in de Noorse versie van de Wikipedia opzoekt, leest daar trouwens Stortinget: in het Noors staat het lidwoord achter het zelfstandig naamwoord, en -et is het onzijdige lidwoord.
Toch is het onzijdig minder raar dan het lijkt. Daarvoor kijken we naar de etymologie van het woord. Ting is precies hetzelfde als ons ding, dat onzijdig is. Ding is een oud woord: de eerste vermelding dateert uit de tiende eeuw. De betekenis voorwerp is niet de oorspronkelijke.
In de middeleeuwen betekende het woord eigendom, bezigheid. Omdat je nu eenmaal conflicten kunt hebben over eigendom of bezigheden, ontwikkelden zich de betekenissen rechtszaak > plaats van de rechtszaak > vergadering > volksvergadering. In die laatste betekenis zien we het dus in Storting.
In het Nederlands vinden we de oude betekenis nog in het woord geding: een rechtsgeschil.
Ook het woord dinsdag is van het oude ding afgeleid: rechtszaken en vergaderingen vonden plaats op dingsdag, de dag van het ding. De s is hier de oude naamvals-s; de g is verdwenen, misschien onder invloed van woensdag.
De oorsprong van ding hangt samen met de Germaanse rechtsgod Tiwaz. Het beste is dat te zien in het Engelse Tuesday, Tiw's day.
Tot slot het eerste deel van het woord Storting: stor betekent groot. De grote vergadering dus. Ons woord stoer hangt hier ongetwijfeld mee samen, net als stary, oud, dat we in diverse Slavische talen vinden.
De Nobelprijs voor de Vrede wordt trouwens dit jaar niet op dinsdag uitgereikt, maar op maandag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten