In Valkenswaard staat een leuk museum, dat twee aspecten van de geschiedenis van de plaats in beeld brengt, het Valkerij en Sigarenmakerij Museum. Beide hebben de plaats in de voorbije eeuwen grote welvaart gebracht, en de valkerij heeft daarnaast de Nederlandse taal van enkele uitdrukkingen voorzien. Tijd dus voor een column.
Van de zeventiende tot ver in de negentiende eeuw was aan de koningshoven de jacht met valken immens populair en had een enorme status. Valken werden gebruikt voor het vangen van andere vogels, en er was een enorme vraag naar afgerichte valken. Toevallig lag Valkenswaard op de trekroute van de valken. Het was een arm gebied, met onvruchtbare grond, en veel mensen vonden in de valkenjacht een welkome bijverdienste. De valken werden gevangen en afgericht. Europese vorsten bestelden hun valken en sommige Valkenswaardse valkeniers waren zelfs in dienst van hen. Een goede valk bracht wel twintig gulden op, een kapitaal in die dagen. Zo bracht de valkerij het dorp enorme welvaart.
Van de valkerij is niet veel over, maar wij hebben er in onze taal toch nog een paar uitdrukkingen aan overgehouden.
Men ving vooral slechtvalken. Slecht staat hier voor gewoon. In oude woordenboeken, en ook in het Duitse schlicht zien we die betekenis nog. Een valk hoefde niet mooi te zijn om een goede vanger te zijn.
Aan de hoven werd met valken onder meer op reigers gejaagd. Daar waren meer valken voor nodig, want een reiger is groter dan een valk. Als het dan toch lukte een reiger te vangen, mocht de valkenier een veer uit de reiger trekken en die op zijn hoed steken: dan kreeg hij een pluim op zijn hoed.
Een valk jaagt uitsluitend op vliegende prooi. In het laatste stadium van zijn africhting, als de valk al min of meer tam was, werd er geoefend met vliegend aas. Dat heette de loer, een leren zakje met vogelveren erop geplakt. Er werd een stukje vlees aan bevestigd, want ook bij valken gaat de liefde door de maag. De loer zat aan een lang touw. De valkenier draaide het touw in grote cirkels rond, en als het goed was, kwam de valk eropaf. Hij werd ermee voor de gek gehouden. Daaraan hebben wij dus de uitdrukking iemand een loer draaien overgehouden. Het woord stamt trouwens af van het Engelse to lure, lokken.
Ten slotte een paar woorden die erop lijken, maar niet, of alleen in de verte, verwant zijn:
Op de loer liggen is afgeleid van loeren, scherp kijken. Alhoewel, het Woordenboek der Nederlandsche Taal kent loeren ook als kijken met valse bedoelingen. Enige verwantschap zal er dus toch wel zijn.
Iemand in de luren leggen: luur is een nevenvorm van luier. Een luier is voor een klein kind bestemd, een kind vertel je niet altijd de waarheid, en de uitdrukking ging dus gebruikt worden voor iemand voor de gek houden.
Kortom: in Valkenswaard draaien ze je een loer, maar word je niet in de luren gelegd!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten