LinguaLog is vanmorgen naar de lapjesmarkt geweest. Zo heette die natuurlijk niet, want wie wil daar tegenwoordig nou nog heen? Het evenement heette Stoffenspektakel, gelukkig wel zonder spatie trouwens. Wat is dat toch tegenwoordig? LinguaLog bespeurt een tendens om zaken niet een gewone naam te geven, maar er moet altijd nog een schepje bovenop. De TROS-radio heeft al jaren een Nieuwsshow, de stoffenbeurs heet ineens spektakel.
In Frankrijk heb je van die hele grote supermarkten. Hoe noem je je supermarkt als je wilt aangeven dat hij groter is dan die van je concurrent? Hypermarché, of, nog groter, Géant. En de volgende, hoe moet je die dan noemen? Er treedt zogezegd inflatie in de naamgeving op. Dan is Albert Heijn toch heel wat simpeler en huiselijker. Dat past ons Nederlanders wel, denkt LinguaLog. Aan de andere kant van het spectrum zit Lidl, maar die naam is bedacht om aan te geven hoe laag de prijzen zijn.
Bijvoeglijke naamwoorden, ook zoiets. Die hebben bijna allemaal een vergrotende en overtreffende trap: groot – groter – grootst. Heel nuttig en zinvol allemaal. Nu zijn er ook bijvoeglijke naamwoorden met een absolute betekenis: je bent het of je bent het niet: zwanger, dood. Meer of minder kan niet. En meer dan de overtreffende trap kan ook niet: de Mount Everest is de hoogste berg op aarde, punt.
Alhoewel, die notie is tegenwoordig aan het slijten. Woorden als perfect, ideaal en optimaal zijn afgezwakt geraakt. De Taalunie heeft een website met taaladviezen en daar noemt zij een perfectere minnaar en de meest ideale vakantie acceptabel. Bij optimaal ligt het iets anders. Optimaal is afgeleid van het Latijnse optimus, de overtreffende trap van bonus, goed. De Taalunie denkt dat het meest optimaal nog niet voldoende ingeburgerd en acceptabel is.
Uniek kan strikt genomen ook niet in de overtreffende trap. Toch wordt het veel gedaan, googel er maar eens op:
Meest uniek aan 't Speelhuis is (was, LL) toch wel de intieme theaterzaal.
Het meest uniek aan Alphen aan den Rijn is misschien wel de ligging.
Vooral reclamemakers zijn dol op het meest optimaal/uniek.
Wat moeten we hier nu mee?
LinguaLog hoort niet tot de preciezen die meteen zeggen: fout, kan niet, mag niet. Anderzijds stoort de inflatie haar wel een beetje. Want wat moet je nu zeggen als meest uniek algemeen geaccepteerd is, en je wilt aangeven dat het nóg unieker is?
Het wordt allemaal zo schreeuwerig, alsof je boodschap zonder die superlatieven niet overkomt. Misschien is de boodschap dan wel niet goed genoeg.
En misschien moeten we gewoon terug naar het oude spreekwoord Goede wijn behoeft geen krans.
Inmiddels zultt u wel begrepen hebben dat de titel van dit blog geen tikfout was!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten