LinguaLog twittert nu zo'n week of drie en heeft al een heleboel geleerd. Vooral die 140 posities zijn vaak een struikelblok, want LinguaLog is gewend om mooie volzinnen te schrijven. Ook andere heilige huisjes moeten omver: zo kost 9 in cijfers minder posities dan negen in letters. Het maakt je noodgedwongen creatief, en zo bekeken zijn 140 posities zo slecht nog niet.
Maar tips zijn in dezen natuurlijk altijd welkom, en ik wil de volgende met de lezers delen:
1) Maak geen spelfouten. In een NRC-tweet las ik: "Griekenland gedevalueerd tot derde wereld land."
De juiste spelling is derdewereldland, en zo win je direct al twee posities.
2) Maak wél spelfouten: hij word is natuurlijk fout, maar bijna niemand ziet het tegenwoordig nog, en het levert wel een kleine winst op. Wil je daarentegen word je schrijven, dan kun je dat beter correct doen en niet als wordt je.
3) De meeste winst is te behalen in het spatiegebruik. De geschiedenis geeft ons hierin zoals vaak weer gelijk.
De oude Grieken zouden prima twitteraars geweest zijn: zij schreven namelijk alles aan elkaar. Zeg nu niet dat dat onhandig is: het is gewoon een kwestie van wennen, en zij waren niet slimmer dan wij nu zijn (hopen we).
Ik ben eens gaan kijken hoe we dit bij Twitter kunnen toepassen. Stel dat je je bericht zonder spaties opschrijft, hoeveel woorden extra kun je dan gebruiken?
Laten we deze zin eens bekijken:
Als je in deze zin de woorden en spaties telt, kom je op een totaal van 21 woorden en 98 posities.
Stel nu dat je alle spaties weglaat: dan houd je 20 posities over. Daarmee kun je weer nieuwe woorden maken: hoeveel, dat is afhankelijk van de lengte ervan, maar naar schatting toch een stuk of vier. Dat betekent een winst van bijna 20%!
Een twitterbericht ziet er dan als volgt uit:
LeesdenieuwecolumnvanLinguaLogoverspatiegebruikintwitterberichtenhttp://webloglingua.blogspot.com#taalnieuws: 108 posities. Voor de zekerheid zet ik toch maar een spatie voor http en voor #, maar dan heb ik nog altijd 30 posities over!
Totdevolgendekeerentwitterze!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten